Maandagavond 9 oktober 2017
Met een man of twintig zitten we in een zaaltje van de werf van Stadsreiniging aan de Rozenburglaan. Daar blijken even later vijf studenten van de Hogeschool van Hall Larenstein bij te zijn die ons de drie scenario’ s gaan presenteren. Alle bestuursleden zijn er. Moderator is Joeri van der Steenhoven, zeer nieuw bestuurslid. Monique Stol van Afdeling Groen, die voor de vergaderplek heeft gezorgd, is ook aanwezig. En de architect van het toekomstige tuinhuisje, Christina Fuchs. Het kan niet op.
Na een welkomstwoord van de voorzitter verzoekt de moderator ons, bij de voorstelronde een post-it papiertje in te vullen met in één steekwoord, wat wij voor de toekomst van ons park van belang vinden. Bijvoorbeeld: 4-seizoenenpark. Levert leuke resultaten op. Dat scherpt de aandacht. Hij plakt ze op een bord; ieder kan even langslopen.
Daarna krijgen de studenten het woord. Eerst een historische inleiding over het park en over ontwerper Hans Warnau, die het plantsoen als geheel ontwierp inclusief de padenstructuur, met terzijde van de vaste plantentuin een speelpark en een bomenpark (dat er nooit kwam); over groenontwerper Henny Hofman-Kuper (nog in leven) die de groene invulling bedacht; en over Mien Ruys, ontwerper van de groenstructuur van Tuindorp Frankendael (Jeruzalem) als geheel.
Dan volgen de drie scenario’s: Historische tuin in een Nieuw jasje; de Ecologische tuin; en de Groene Huiskamer. Het eerste handhaaft de huidige structuur van de vaste plantentuin in hoofdlijnen (iemand spreekt van de Warnautuin), herstelt het rosarium, waar ooit een beeld Ruiter met paard stond, zie elders op de website, en maakt op termijn de aanwijzing tot monument mogelijk (monumentstatus). Het tweede zou een heel andere aanpak betekenen met heel andere planten (die ook dieren aantrekken); de derde zou passen bij grotere bewonersaantallen (die in de toekomst verwacht worden) en tot intensief gebruik leiden. Bij de eerste wil men de wadi, die er sinds kort is en waar weinig water in staat, omzetten in een speelvijver. Men verzoekt om een beeld in de tuin.
We gaan in drie groepen uiteen, die elk minstens een student en een deskundige toegewezen krijgt. Elke groep mag van de moderator niet meer dan twee scenario’s aan de orde stellen en moet van beide de zwaktes, de sterktes, de kansen en de bedreigingen op een rijtje zetten. Na afloop gaat men weer plenair. Elke groep komt aan bod. Wat blijkt? Scenario drie is in geen enkel groepje ter discussie gekomen, dat valt dus af. Klaar.
Over de twee andere zijn talloze punten opgeschreven. Het tweede trekt meer mensen aan dan het eerste, die er van alles kunnen doen en leren. Wanneer er een monumentstatus aan het park gegeven wordt is het park ‘voor eeuwig’ veilig; maar hoe lang duurt dat? Als het eerst maar in het gemeentelijk structuurplan Amsterdam, dat als basis dient voor alle bestemmingsplannen, een hardgroene kleur krijgt, in plaats van de zachtgroene die nog van alles mogelijk maakt. Denkbaar is zelfs, dat je de twee combineert. Ook is gesproken over de verbinding met Frankendael en met de Begraafplaats. En met het al bestaande Ecolint, dat langs de tochtsloot tussen plantsoen en Gooiseweg door de hele Watergraafsmeer loopt. De haag rondom het park biedt te weinig openheid, zeggen sommigen. Een belangrijke bedreiging is woningbouw. Zo zijn er talloze gedachten. De studenten nemen alle aanbevelingen en de post-its mee, ze kunnen er wat mee, en presenteren over drie weken een afgerond voorstel.
De voorzitter dankt eenieder, vooral de studenten.
Jan Dijk, secr.