Bijen en hommels vormen een belangrijke schakel in het leven op aarde. Veel planten, in Nederland maar liefst 80% van de plantensoorten, zijn voor hun bestuiving afhankelijk van insecten. Zorgwekkend is dan ook de afname in de wilde bijenstand die de laatste jaren wordt waargenomen. Lees verder
Om dit beter te kunnen monitoren en bijsturen wordt sinds vorig jaar door het platform NL Zoemt een nationale bijentelling georganiseerd, dit jaar in het weekend van 13/14 april.
Ook de Bloementuin van Darwin deed weer mee, op zaterdag 13 april. Het was een zonnige dag maar door een straffe noordenwind werd het nog geen 8 °C. Er waren zeven tellers, die elk gedurende een half uur een groot stuk tuin in de gaten hielden en hun waarnemingen noteerden met behulp van een bijenherkenningskaart.
Een gezellige en leerzame bijeenkomst, maar de score viel erg tegen. In totaal werden 25 exemplaren geteld: 9 bijen (3 soorten), 9 hommels (4 soorten) en 7 zweefvliegen (3 soorten). Dat lijkt niet veel voor een tuin van 3200 m2. De uitslag werd ingevoerd op de website van NL Zoemt, zie de schermopname.
Bijen vliegen niet graag met koud weer. Er werden in het hele land in dat kille weekend dan ook veel minder bijen, hommels en zweefvliegen geteld dan in 2018, zo’n 40% minder. Bij de eerste nationale telling vorig jaar was het een stuk warmer (ruim 20 °C), dus deze twee tellingen kun je niet goed met elkaar vergelijken. Volgens de organisatie van NL Zoemt moet er tenminste vijf jaar op grote schaal geteld worden om trends in de populaties wilde bijen te kunnen ontdekken. (Zie voor meer informatie www.nederlandzoemt.nl.)
Ook in 2018 telden we weinig wilde bijen in de Bloementuin maar toen bloeide er nog bijna niets in april. Om meer bijen naar de tuin te lokken hebben we afgelopen jaar bollen en andere vroegbloeiende planten in de tuin gezet. Uit de nieuwe telling blijkt nog niet dat deze opzet is geslaagd. Maar we gaan door met onze bij-vriendelijke aanpak en zullen ook de komende jaren de bijenstand blijven volgen.
