Nederlandse naam: Hongaarse acanthus en Zachte acanthus
Latijnse naam: Acanthus Hungaricus en Acanthus mollis
Familie: Acanthusfamilie, Acanthaceae
Bloei: juli-aug.
Hoogte: 50-125 cm
Border: 2, 16
Acanthus hungaricus en Acanthus mollis,worden ongeveer 100 tot 130 cm hoog en verschijnen ieder jaar als een rozet uit de grond. Het blad van de Hongaarse acanthus heeft geen stekels dat van de Zachte acanthus wel. Ze groeien zowel op klei- als zandgrond en staan graag in de volle zon.
De planten zijn door de grote van het bladrozet, wat lastig te combineren met andere vaste planten. Wel doen ze het goed naast opgroeiende planten, hoge dahlia’s en hoge asters. Ook herfstanemonen combineren mooi. Zo kun je de in de nazomer lelijk wordende bladeren camoufleren.
Die Acanthus-bladeren zijn in de oudheid veel gebruikt als decoratief symbool. De Romeinse schrijver Vitruvius (75-15 v.Chr.) beschreef hoe de Korinthische orde was uitgevonden door Callimachus, een Grieks architect en beeldhouwer, toen deze een grafgift zag op het graf van een jong meisje. Een mandje met wat van haar speelgoed, met een tegel eroverheen om dit te beschermen tegen het weer, waar een acanthusplant zich met zijn diep ingesneden stekelige bladeren doorheen had gewerkt, inspireerde hem tot de vormgeving van het Korinthisch kapiteel.
Het acanthusblad is onder de naam acanthusmotief uitgebreid toegepast binnen de Korinthische orde van de Oud-Griekse architectuur, voornamelijk op zuilen en friezen. Deze ornamentiek is later overgenomen en uitgebreid door de Romeinen en latere middeleeuwse culturen. In de bouwkunst van de barok, de renaissance en het classicisme werden deze bladeren, net als in de oudheid, als voorbeeld gebruikt voor de versiering van kapitelen en worden dan aangeduid als acanten.