Nederlandse naam: Anna Paulownaboom
Latijnse naam: Paulownia tomentosa
Familie: Paulowniafamilie, Paulowniaceae
Bloei: april-mei
Hoogte: 10-15 meter
Border: 4
Deze boom bloeit al voordat de bladeren verschijnen, met helderblauwe, trosvormige bloemen. De bloeiwijze lijkt sterk op die van vingerhoedskruid. De bloemen groeien in geurige pluimen van 10 tot 30 centimeter lang. Elke bloem heeft een klokvormige bloemkroon van vijf à zes centimeter, waarvan de zoom vijf sierlijke lobben heeft. Tussen augustus en oktober groeien aan de volgroeide takken leerachtige, bruine doosvruchten. Wanneer de vrucht rijp is, splijt hij over de volle lengte open en laat een groot aantal kleine, gevleugelde zaden los. De lege zaaddozen blijven nog lange tijd aan de boom hangen.
De Anna Paulownaboom is afkomstig uit Centraal- en West-China. In China werd deze boom van oudsher aangeplant bij de geboorte van een meisje. Jonge planten zijn gevoelig voor vorst, maar een oudere boom is winterhard. Dit maakt hem tot een populaire sierboom. De boom is in Nederland in veel parken en tuinen aangeplant, hij staat onder meer ook in de Hortus botanicus in Amsterdam, Leiden en Utrecht. Van oorsprong is hij echter een echte pionier. Na een verwoestende bosbrand kunnen de hittebestendige wortels snel uitlopen waardoor de boom als eerste gebruik kan maken van de door het vuur ontstane open plekken.
De Nederlandse naam is net als de naam van het geslacht vernoemd naar Anna Paulowna van Rusland, echtgenote van Koning Willem II. 1792-1849. De koningin hield van extravagante planten en deze boom met zijn grote hartvormige bladeren en enorme paarse trompetvormige bloemen was een van haar favorieten. In het buitenland wordt de boom daarom ook ‘prinsessenboom’ of ‘keizersboom’ genoemd. De soortaanduiding tomentosa is Latijn voor ‘behaard’.
Het hout van de Anna Paulownaboom wordt onder andere gebruikt voor de constructie van deuren, kozijnen, meubels, muziekinstrumenten en ski’s.