Nederlandse naam: Duivels wandelstok
Latijnse naam: Aralia elata, Araliaceae
Familie: Klimopfamilie
Bloei: aug.- sept.
Hoogte: 3,5 – 4 m
Border: 2, 3, 6
Deze boom heeft in de volksmond zowel de naam ‘duivelswandelstok’ als ‘engelenboom’, wat een tegenstelling! Het duivelse slaat vermoedelijk op de zeer scherpe stekels die de stam bezetten, ook de onderzijde van het prachtige grote samengestelde blad is vaak bezet met stekels. Bovendien gaan de wortels ‘aan de wandel’ en als je het wortelopschot uittrekt, heb je een stekelige wortel in je hand met aan het einde een krul net als bij een wandelstok. Het is verstandig om de bodem rond deze heester zo min mogelijk te verstoren, om die opschieters te voorkomen. De naam ‘engelenboom’ moet wel verband houden met de verrukkelijk zoete geur van de bloem die volop bijen en hommels aantrekt. Na de bloei vormen zich zwarte besjes. De plant kan toegepast worden als solitairplant in een zonnige border.
Aralia elata, afkomstig uit Japan, Rusland China en Korea, heeft een prachtige parasolachtige groeiwijze. Hoewel een dergelijk intensief met stekels bezette boom (of heester) er op het eerste gezicht weinig appetijtelijk uitziet, wordt hij in China en Korea zeer gewaardeerd om de smakelijke jonge scheuten die men Dureup noemt en graag bakt, frituurt of blancheert. Ook in Japan kent men dit gerecht, maar dan onder de naam tara-no-me.
Wie niet bang is voor doornen (of goede handschoenen koopt) voegt met deze engelachtige duivel een bijen- en vogelmagneet toe aan zijn tuin. Een boom of heester die niet altijd makkelijk in de omgang is maar je beloont met prachtige bloesem, een indrukwekkende winterpersoonlijkheid.