Nederlandse naam: Gewone smeerwortel
Latijnse naam: Symphytum officinale
Familie: Ruwbladigenfamilie, Boraginaceae
Bloei: april-aug
Hoogte: 50 cm
Border: achter b5 en b7 en in15
Smeerwortel komt voor in veelsoortige graslanden, bijvoorbeeld op de hellingen van dijken en dijkvoeten, sommige bermen en langs struweelranden met een vochtige, mineraalrijke bodem. Hij valt op door de ruw aanvoelende bladeren en stengels, maar ook door de bloeiwijze met daarin de hangende witte tot roodpaars kleurende klokvormige bloemen. De bloemen worden veelvuldig door grotere insecten als langtongige hommels bezocht die de nectar onder uit de bloemen en ook wel pollen verzamelen. Kleinere insecten als bijen, of kort-tongige hommels boren vaak onder in de kroonbuis een gat, zodat ze toch de nectar kunnen stelen. Dit noemen we “inbraak” en de geboorde gaten vallen vaak op door hun bruine rand.
De wortels en bladeren bevatten allantoïne, een stof die helpt bij de regeneratie van huidcellen, wat de genezing van wonden kan versnellen. Daarnaast wordt smeerwortel ook gebruikt in de vorm van kompressen of als ingrediënt in balsems en crèmes voor het verlichten van spierpijn en ontstekingen.
Na de bloei kan je de lelijk geworden bladeren en stengels van de plant afknippen. Knip alles een beetje klein en zet het knipsel in een flinke ton onder water met een steen en een deksel erop. Na een week of 6 zeven en je hebt een uitstekende meststof waar je je tuin een flinke oppepper mee kan geven. Het spul is alleen zo sterk, dat je het 1 op 10 moet verdunnen met water. De smeerwortel loopt gewoon weer uit en zal zelfs een tweede keer bloeien.