Nederlandse naam: Japanse herfstanemoon
Latijnse naam: Anemone hupehensis var japonica
Familie: Ranonkelfamilie, Ranunculaceae
Bloei: aug – sept
Hoogte: 50-70 cm
Border: 1 en nog veel meer
Op anemonen raak je nooit uitgekeken. Het is een zeer heterogene groep planten, die zowel hoog in de bergen op alpenweiden, als in bossen op zeeniveau voorkomt. De groeihoogte varieert van amper tien centimeter tot ruim anderhalve meter. Deze vaste plant Anemone hupehensis is over alle delen licht behaard. De bloemen zijn rozerood van kleur en verschijnen in rijkbloeiende schermen (augustus-september). Deze herfstanemoon wordt zelden hoger dan een meter.
Ze werd ergens tussen 1900 en 1910 in Europa ingevoerd in Nancy, en is afkomstig uit de Chinese provincie Hebei. De botanische naam is afgeleid van de oude naam van deze provincie, Hupeh. Een Italiaanse missionaris wist hier een winstgevende handel in te bedrijven.
De ‘Anemone Hupehensis’ houdt van halfschaduwrijke tot zonnige plaatsen en een goed doorlatende grond. Er is een vuistregel, die zegt: “hoe zonniger de locatie, hoe meer bloei”. De herfstanemonen verdragen echter alleen een zonnige plek als de grond vochtig genoeg is.
De herfstanemonen kunnen worden gecombineerd met veel houtige planten, vaste planten en grassen. Ze zien er bijzonder goed uit naast hortensia’s, rododendrons en andere struiken. Ook combinaties met varens, monnikskap en zilverkaars bieden een perfecte setting voor deze delicate schoonheden.
De plant vormt ondergrondse wortelstokken en via die wortelstok komen er vanzelf weer nieuwe plantjes naar boven. Vermeerderen kan ook door het nemen van wortelstekken in de winter. Hiervoor haal je de plant in z’n geheel uit de grond, door hem met een schep uit te graven. Je schudt de grond tussen de wortels uit. Je knipt de plant van de wortels af. Dikke wortels knip je in stukjes van ongeveer 2 cm lengte, waarbij je goed oplet welke kant de onderkant is. Dunne wortels kun je in langere stukken knippen, hierbij maakt het niet uit wat de onderkant was. Je neemt een bak met stekgrond en stopt de korte, dikke stukjes wortel met de onderkant naar beneden in de grond en duwt ze onder de grond. De dunne wortelstukjes kunnen plat op de aarde gelegd worden en worden toegedekt met aarde. Druk de aarde aan en zet de bak op een donkere, warme plek en houdt de aarde vochtig. Er zullen nieuwe anemonen groeien.