Prairielelie

Nederlandse naam: Prairielelie

Latijnse naam: Camassia Leichtlinii

Familie: Agavefamilie, Agavaceae

Bloei: mei-juni

Hoogte: 80-100 cm

Border: 8,14

Van oorsprong komt de Camassia voor in Noord-Amerika. In grote delen van wat vroeger het ‘Wilde Westen’ werd genoemd, is de Camassia een veel voorkomende plant. Aan deze herkomst heeft de Camassia dan ook haar bijnaam ‘Prairielelie’ te danken. Laat u niet misleiden door het uiterlijk van de Camassia bol, hij is zeker niet moeders mooiste. Eigenlijk is het gewoon een lelijke bloembol. Dit komt doordat de bol van de Camassia nauwelijks een huid heeft zoals een tulp, hyacint of sieruit dat wel hebben. De Camassia komt nagenoeg poedelnaakt de grond uit en bij de minste of geringste aanraking scheidt de bol een soort hars uit die bruine korstjes op de bol vormt.

In Nederland is hij al ruim 100 jaar in cultuur, maar het was de Duitse botanicus Max Leichtlin die hem in Europa heeft geïntroduceerd. De Camassia leichtlinii heeft haar naam te danken aan deze bevlogen botanist die al snel in de gaten had dat de Camassia het goed zou doen in ons Europese klimaat. Maar ondanks haar verbluffende blauwe kleur en uitstekende eigenschappen voor de tuin, bleef de Camassia een vrij onbekend bolgewas dat slechts bij gespecialiseerde zaad- en bloembollenhuizen te verkrijgen was. Pas toen de natuurlijke tuin, ofwel de verwilderingstuin aan populariteit begon te winnen, kreeg de Camassia de aandacht die ze verdiende. Terecht, want deze onverwoestbare bloembol, met haar unieke kleur, stelt nooit teleur. Er is overigens ook een witbloeiende Prairielelie.

Plant de Camassia op een diepte van ongeveer 15 centimeter met 10 centimeter grond bovenop de bol. Plant ze niet te dicht bij elkaar, ze blijven echt jarenlang terugkomen en ieder jaar worden het er ietsje meer. Als u ze net als een tulp bij elkaar zet om een groep te vormen, zullen ze elkaar spoedig verdringen.