Nederlandse naam: Wilde akelei
Latijnse naam: Aquilegia vulgaris
Familie: Ranonkelfamilie, Ranunculaceae
Bloei: mei-juli
Hoogte: 45-80 cm
Border: 5
Er zijn wel 120 verschillende soorten Akelei waarvan de Wilde akelei de enige soort is die in Nederland inheems is. Een andere Nederlandse naam voor deze plant is ‘grootmoeders hoedje’. De Latijnse naam is waarschijnlijk afgeleid van het Latijnse woord ‘aquila’, dat ‘arend’ betekent, vanwege de sporen die gelijkenis vertonen met de klauwen van een arend. Een andere mogelijkheid is, dat het is afgeleid van ‘aquilegus’, wat ‘wateraantrekkend’ betekent, en op de vorm van de kroonbladen kan slaan.
De plant houdt van vochtige, kalkhoudende niet al te voedselrijke grond en doet het goed in de zon of de halfschaduw. De sierlijke bloemen bevatten veel nectar en stuifmeel en worden door hommels bestoven, met name door hommels met een lange tong, zoals de Tuinhommel (Bombus hortorum). Andere hommelsoorten maken soms gaatjes opzij of aan de onderkant van de bloem om zo bij de nectar te kunnen komen. Wilde bijen komen ook op de bloemen af om stuifmeel te verzamelen. De plant zaait zichzelf uit als je geluk hebt en als er geen andere akeleien in de buurt staan. Hij is namelijk niet soortecht en kruist gemakkelijk met andere, wat je dan krijgt is altijd weer een verrassing.